Kampeerplekken in het voorjaar

We hebben 5 locaties voor jullie uitgezocht waarmee het begin van het kampeerseizoen gegarandeerd een succes wordt.

1. Freiburg im Breisgau

Wat kunnen we zeggen: Geen enkele plek in Duitsland wordt langer en uitbundiger gekust door de zon dan Freiburg. In de Breisgau is het altijd een paar graden warmer – en de mensen zijn veel relaxter. De bloemen bloeien, de bijen zoemen en het Zwarte Woud wacht. Wandelaars kunnen genieten van het boomkroonpad en vele andere routes, net als gravel- en racefietsers natuurlijk. En voor mountainbikers is de pelgrimstocht naar Freiburg sowieso een must, want de fietsvriendelijkheid van de stad en de omliggende paden zijn legendarisch. Half april begint het seizoen officieel met het Bikefestival.

2. Zuid-Stiermarken

Velen associëren Stiermarken eerder met gletsjers en het Dachstein-massief. Maar het milde zuiden van de deelstaat rond Leibnitz kan nauwelijks anders zijn. Voorbij Graz wordt het ruige rotslandschap al snel vervangen door golvende wijngaarden en een Toscaanse sfeer. De smalle wegen zijn omzoomd met cipressen en wijnlokalen – een droom voor wielrenners (overigens met aanzienlijke hoogtemeters vanwege het op en neer gaan). Je kunt kajakken op de rivieren Mur, Sulm, Kainach en Raab. Voor wandelaars – vooral wijnwandelaars – zijn er tal van routes, evenals trails voor mountainbikers. Voor wie naar een bikepark wil: je bent snel over de Sloveense grens in Maribor. Ook rond Graz kun je overigens heel goed fietsen en de jonge, redelijk alternatieve stad heeft cultureel veel te bieden.

3. Zuid-Tirols Zuiden

De naam zegt het al: zuidelijker dan dit wordt het niet in Zuid-Tirol. In de Dolomieten ligt nog sneeuw, maar hier kun je al stand-up paddling doen op het meer van Kaltern. Of je fietst ontspannen met de racefiets of gravelbike naar Trentino, door de idyllische landschap rond Eppan, en waagt je dan al aan de eerste bergpassen. Of je fietst en verdwaalt op de talloze trails in het Montiggler Wald. Of je wandelt naar de wijnmakerijen rond Kaltern en Tramin – en proeft enthousiast. ’s Avonds geniet je dan weer van een drankje bij zonsondergang aan het meer van Kaltern, dat overigens een van de warmste zwemmeren in de Alpen is…

4. Ledrovallei / Trentino

Wie niet – zoals zoveel anderen – naar het Gardameer wil, maar toch snakt naar het meer-gevoel, zit goed aan het Ledromeer. Ten zuiden van de Brenta-Dolomieten, op 15 kilometer van het Gardameer (en 30 kilometer in de andere richting van het Idromeer), vind je de groene long van de Ledrovallei. Hier kun je rustig wandelen of fietsen op de 200 kilometer aan routes (waaronder ook de beroemde oude bergpas met zijn vele haarspeldbochten, die het dal pas in 1847 met de buitenwereld verbond). In het late voorjaar heeft de Ledrovallei nog een bijzondere verrassing in petto: op de weilanden rondom het mooie dorp Dromaè bloeien dan namelijk wilde narcissen, orchideeën en pioenrozen.

 5. Istrië met Portorož & Piran

Portorož en Piran zijn twee kuststeden in het Sloveense deel van Istrië, ongeveer 30 kilometer ten zuiden van Triëst. Piran ligt op een kleine landtong en wordt gekenmerkt door zijn Venetiaanse erfgoed: smalle straatjes, prachtige pleinen, veel kunst en vele kerken. Het naburige Portorož daarentegen heeft zijn eeuwenoude traditie als kuur- en badplaats behouden en biedt spa’s en zoutpannen. Stand-up paddling op zee (tot aan het natuurpark Strunjan), wandelen en fietsen door de zoutvelden in het achterland of langs de Parenzana, een 130 kilometer lang fietspad op de voormalige smalspoorlijn tussen Triëst en Poreč.